Leraar: elke dag anders, maar het moet niet gekker worden!
17-12-2014 21:01
Wat ik deze week toch meemaakte op school! Het moet niet gekker worden!
Ik werk nu zo’n twee maanden op dezelfde basisschool met zo’n duizend leerlingen. ’s Ochtends zorg ik dat ik op tijd ben om alles voor die dag door te nemen. Ik kom binnen, kijk op het bord in welke klas(sen) ik ben ingedeeld en vertrek naar het eerste lokaal. Daar vind ik informatie of krijg ik te horen wat ik in die les ga doen. Het komt regelmatig voor dat ik in twee of meerdere klassen een aantal lessen moet overnemen, omdat de reguliere docent ziek is of omdat hij of zij tijd krijgt om werk voor te bereiden of na te kijken. Voordat ik op school aankom, weet ik dus nooit waar ik die dag ga doorbrengen. Misschien ‘year 6’ (groep 8) of ‘reception’ (groep 1).
Ik vind dat heel leuk aan mijn werk, omdat ik alle jaarlagen en het curriculum goed leer kennen. Ook moet ik goed schakelen tussen de jaarlagen. Tegen een tiener praat je toch heel anders dan tegen een peuter, is het niet? Ook is het best leuk om aan bijna alle leerlingen op een school les te geven. Wanneer ik over het schoolplein loop kennen ze me inmiddels bijna allemaal. Ook zijn ze zeer bedreven geworden in het uitspreken van mijn achternaam. Wat ze overigens beter doen dan de meeste leerlingen die ik in Nederland in de klas had.
Toch is het ook best lastig om niet te weten wat me die dag te wachten staat. Ik kan geen lessen voorbereiden. Soms kom ik een klas ingelopen en moet ik direct een les geven die me een minuut geleden in mijn handen is gedrukt, als er al een lesvoorbereidingsformulier te vinden is. Nu is de inhoud van wat er gegeven wordt in het basisonderwijs geen ‘rocket science’, maar soms is het best fijn om van te voren zelf te snappen hoe de lesstof of een opdracht in elkaar zit. Ook ken ik niet van alle leerlingen de naam, dus orde houden is soms best een uitdaging. Verder zijn alle leerlingen zo gewend aan hun eigen docent, dat het vaak lastig is een patroon te doorbreken wat ze zichzelf hebben aangeleerd. Bijvoorbeeld met zijn tienen tegelijk ‘Miss’ roepen en dan niet begrijpen dat je ze niet tegelijkertijd kunt helpen. Maar goed, ik hoef geen rapportvergaderingen bij te wonen, lesvoorbereidingen te maken of ouders te informeren. Alle verantwoordlijkheden die komen kijken bij het ‘hebben’ van een eigen klas zijn weggevallen sinds ik mijn vaste baan in Nederland heb opgezegd en soms is dat ook best wel even fijn. Ik kom thuis en kan de schoolperikelen achter me laten.
Toch ging het van de week even mis…….
Ik was de hele dag in ‘year 6’ ingedeeld. Deze klas had ik al vaker lesgegeven. Allemaal best aardige kinderen, maar er zitten een paar karakters tussen. Ik was vroeg en probeerde de lesvoorbereidingen te vinden, maar er lag niets voor me klaar. In het lokaal ernaast informeerde de onderwijsassistente mij dat ze de hele dag hun kerstshow zouden repeteren, dus veel lesgeven hoefde ik niet.
Zo gezegd, zo gedaan. De hele dag waren we in de weer met alle ‘year 6’ klassen in de aula van de school. Over drie dagen zouden ze de kerstshow opvoeren voor de rest van de school en ook voor hun ouders. Ik was best onder de indruk van de liedjes en de teksten die ze hadden ingestudeerd. Sommige kinderen herkende ik haast niet toen ze op het podium stonden, omdat ze in de klas heel anders overkwamen dan op het toneel. Een aantal jongens vielen in de klas niet erg op, maar bleken heel goed te kunnen acteren. Een andere leerling vond ik in de klas nogal lastig, maar bleek een geweldig acteertalent te hebben en enorm komisch. Al met al was het een aardige dag.
Tegen het einde van de middag begonnen de leerlingen moe te worden. Sommigen werden een beetje baldadig. Na de laatste repetitie liep ik met mijn klas terug naar het lokaal. Normaliter moet dat zeer strak in een rij op alfabetische volgorde, maar de kinderen waren moe dus het was iets chaotischer dan gepland en ik wilde ze op tijd terug aan hun ouders overhandigen.
Toen de leerlingen hun jassen buiten het lokaal aantrokken om daarna terug naar de klas te komen hoorde ik wat geschreeuw op de gang. Een aantal andere leerlingen vertelden me dat iemand zich bezeerd had. Ik ging kijken wat er aan de hand was en zag iemand met een bal in zijn handen staan. Een andere jongen stond met zijn handen over zijn gezicht en was hard aan het huilen. Ik kon niet goed zien wie het was. Klaarblijkelijk had hij de bal op zijn neus gehad. De jongen die de bal getrapt had kwam zijn excuses al aanbieden. Ik vroeg de huilende jongen om zijn handen van zijn gezicht te halen, zodat ik kon kijken of hij gewond was. Misschien had hij een bloedneus of nog erger, zijn neus gebroken? Hij wilde zijn handen niet van zijn gezicht halen dus ik noemde zijn naam. Blijkbaar had ik de verkeerde voor ogen, want de jongen begon te roepen en te tieren. “She doesn’t even know my name!”. Ondertussen liep hij weg.
Ik liep achter hem het klaslokaal in en vroeg hem wat er toch in hemelsnaam aan de hand was. Een stortvloed van beschuldigingen kwam over me heen. Ik probeerde hem te kalmeren, maar dat leek niet te helpen. Dus ik vroeg hem op zeer strenge toon om even samen met mij op de gang te bespreken wat er nu was gebeurd. “Make me!”, was zijn antwoord. Oke, dan…..
Ik probeerde kalm te blijven onder dit onredelijke gedrag en zag dat het inmiddels al tijd was om naar buiten te gaan. Helaas was de rest van de klas nog in een chaotischere stemming dan het al was voor dit incident. Ik probeerde de klas rustig te krijgen, maar niets leek te helpen. Een aantal minuten ging voorbij voordat de klas eindelijk rustig was.
Ik sprak de jongen nogmaals aan. Ik vroeg hem waarom hij zo tegen mij uitviel terwijl ik hem alleen maar wilde helpen. Ik wilde alleen checken of hij in orde was. Ik had de bal toch niet in zijn gezicht geschopt? Ik deed alleen mijn werk.
De enige reactie die ik kreeg was: “Well, you’re not doing your job that well, are you?”.
Van binnen voelde ik mijn bloed koken en mijn handen begonnen te jeuken. Wat haalde dit jongetje van 10 jaar zich wel niet in zijn hoofd?! Ik besloot om professioneel te blijven, want op het moment dat emoties te overhand nemen moet je heel bewust besluiten hoe je reageert. Ik vertelde hem dat deze discussie nu ten einde was en dat hij niet met dit gedrag zou wegkomen. Ik zou dit zeker melden bij de conrector. Hij vertelde mij dat hij mij ook zou rapporteren bij de conrector. “Dat moet je zeker doen!”, zei ik.
Binnen een minuut besloot ik dat deze jongen hier vandaag niet mee kon wegkomen. Ik liep naar het klaslokaal tegenover de mijne en vroeg of er iemand de conrector kon halen. Een van de leerlingen werd onmiddellijk weggestuurd. Ik wachtte 10 hele lange minuten en besloot dat de rest van de klas toch echt naar hun ouders moest. Het was al veel later dan hun klas gewoonlijk ‘uit’ was. Ik kon deze jongen niet alleen in het lokaal achter laten dus ik zou gewoon maar naar buiten gaan.
Op het moment dat ik net wilde weglopen met de klas kwam de conrector eraan. Ik legde het verhaal uit. Het jongetje wat de bal had getrapt vertelde zijn kant van het verhaal en het jongetje wat zo overstuur was geweest stapte naar voren. Hij bood zijn excuses aan, dus de zaak leek afgedaan. Morgen zou hij moeten nakomen. Klaar is kees, dacht ik.
Met de klas liepen we naar buiten en één voor één lieten ze me weten met wie ze mee naar huis gingen. Vaders en moeders kwamen hun zoon of dochter ophalen. Uit het niets kwam een moeder heel boos op me aflopen. “What did you do to my son!”, riep ze. Ik was even overdonderd, maar legde haar al snel uit dat haar zoon een bal in zijn gezicht had gekregen en dat ik wilde checken of hij ok was, maar helaas was hij enorm tegen me uitgevaren, dus we hadden de hele situatie al met de conrector besproken. “O”, was de enige reactie die ik terugkreeg. “Is dat zo?”, vroeg de moeder aan het jongetje dat inmiddels naast me was komen staan. Alsof op commando begon het jongetje hysterisch te gillen en te huilen. “She is the problem!”, riep hij terwijl hij als een maniak begon rond te rennen op het speelveld. Wat was dit nu weer? Zijn moeder keek me niet meer aan en liep weg.
Terwijl ik een van de laatste kinderen naar de ‘after school club’ wilde brengen kwam een andere moeder me een hart onder de riem steken. “Laat je niet kisten! Je doet het goed hoor!”, zei ze. Ik glimlachte naar haar, maar van binnen was ik overdonderd door dit hysterische en aanvallende gedrag.
Ik vond het belachelijk dat die jongen zich zo had gedragen. Maar goed, ik had hier met een kind te maken dat zich pijn had gedaan. Wellicht kon ik dat nog begrijpen. Alhoewel, als ik me ooit zo had aangesteld op school en zo tegen een docent te keer was gegaan, hadden mijn ouders me heel koeltjes even de waarheid verteld. Dit werd bij ons thuis dus echt niet getolereerd! En ik verwachtte bij andere mensen evenmin. Helaas had ik het bij het verkeerde eind. Want waarom had de moeder niet gewoon even rustig naar me toe kunnen lopen en vragen wat er was gebeurd? Nee, in plaats daarvan viel ze me aan terwijl ik de andere kinderen naar hun ouders bracht.
Nadat ik terug in het lokaal was en mijn schooltas had ingepakt liep ik nog even langs de conrector en legde uit was er was gebeurd op het schoolplein. Ze schrok ervan en vroeg me alles op te schrijven en in haar postvakje en die van de reguliere docent te stoppen. Hij zou de volgende dag zeker straf krijgen en 20 minuten moeten nakomen.
Terwijl ik aan het schrijven was bedacht ik me dat het eigenlijk merkwaardig was dat dit kind zich zo onbehoorlijk had gedragen, maar ik nu na kon blijven op school om alles te documenteren. Zeer ironisch.
Met een naar gevoel verliet ik de school. Ik wist dat ik naar eer en geweten had gehandeld, maar ik had een vervelende nasmaak van deze situatie in mijn mond gekregen. Hopelijk kreeg dit geen staartje.
Vanmorgen sprak ik zijn docent. Ze had van de situatie vernomen en ik legde haar alles nog een keer uit. Ze vertelde me dat moeder die ochtend naar haar toe was gekomen. Het jongetje had thuis verteld dat ik hem hardhandig had vastgepakt toen hij niet wilde luisteren. “Wat krijgen we nou!”, dacht ik bij mezelf. Ik vertelde dat dit toch echt niet de waarheid was en er meerdere kinderen omheen hadden gestaan. Ook was hij nooit bij het nakomen op komen dagen, terwijl hij tegen haar had gezegd dat dit wel het geval was. Met wat voor ‘snotjoch’ hadden we hier eigenlijk te maken? Ze vertelde dat ik me geen zorgen moest maken, het was haar al eerder overkomen. Moeder en zoon reageren regelmatig zo.
Het deed me goed te horen dat ik niet de enige was die dit had meegemaakt, maar hoe vervelend was het dat ik onterecht beschuldigd was van een zeer ernstig feit! Terwijl ik hem wilde helpen, omdat hij zeer bezeerd had! Hoe onrechtvaardig! En vanmiddag was ik weer in dezelfde klas ingedeeld. Dat ging gezellig worden!
Om kwart over twaalf liep ik richting ‘year 6’. De docent vertelde me dat als hij zich niet ‘normaal’ zou gedragen dat ik hem naar de aangrenzende klas zou sturen. Als ik hem zou negeren zou het vast wel goed gaan, dat was ook altijd haar tactiek, vertelde ze.
Nog geen vijf minuten nadat ik de klas had overgenomen rende hij achter een andere leerling aan en begon hem te stompen op zijn hoofd. Zonder ook maar te blikken of te blozen stuurde ik hem linea recta naar de buren. “Can I give it one more try?”, vroeg hij smekend. “O nee, die heb je al gehad. Ophoepelen!”, reageerde ik.
Wat voor lering moet je nu uit zo’n situatie trekken, vraag ik me af? Elke docent maakt iets dergelijks zeker een keer mee in zijn loopbaan. Je denk het goede te doen, maar wordt onterecht vals beschuldigd. Of je krijgt te maken met een ouder die het alleen voor zijn eigen kind kan opnemen. Niet de hele situatie doorziet en zich niet kan inleven in de positie van een docent. Vaak is het kind niet alleen het probleem, maar zijn de ouders dat, naar mijn mening. Waar leert een kind dit soort gedrag? Wordt het thuis niet gecorrigeerd?
Wat ik heb geleerd: Ik raak nooit meer een kind aan. Ook niet om te checken of het wel oké is. In Engeland zijn de regels rondom het aanraken van kinderen, als professional, zeer strikt. Het mag alleen als een kind een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving of zich heeft bezeerd. Ik stond dus in mijn recht. Maar ook hier kan het tegen je gebruikt worden.
Ik begrijp heel goed dat je kinderen goed moet beschermen tegen allerlei gevaren waar ze zich niet tegen kunnen weren. Ook is het heel goed de kant van de kinderen goed uit te horen, voordat er conclusies getrokken worden. Maar ik heb gemerkt dat kinderen en ouders zich hier ook heel goed achter kunnen verschuilen.
Gelukkig word ik bijgestaan door team van professionals die allemaal wel weten hoe de vork echt in de steel zit.